(geen beschrijving)
Afbeelding 556_5803
- Collectie
- Collectie H.J. Tollens
- Inventarisnummer
- 556_5803
toon op grote kaart
Goed om te weten: de plek kan afwijken van de werkelijke locatie (hij wordt automatisch gegenereerd).
13 reacties Commentaar van bezoekers
Pim: Klinkt heel aannemelijk.
Toen Van Leen Sr. overleed was Van Leen Jr. nog maar 11 jaar, te jong voor een vergunning. Die moet dan toch al op Brenkman's naam of op de naam van Willemina Recourt zijn over gezet? Maar ja, dat heb je wanneer je het complete plaatje niet in beeld hebt :)
Het is dus hun zoon, ook een Jan Frans van Leen, die we kennen van Metropole en sinds 1913 gehuwd is met Pieternella Hennekes. Vanaf 1794 tot 1898 vond ik overigens 13 personen met de naam Jan Frans van Leen geboren uit 10 verschillende moeders. =================================================================== Het eerste wat ik lees op navolgende pagina begrijp ik niet. =================================================================== https://proxy.archieven.nl/46/EF426AF908B54C9F85DA350E316C5F04 =================================================================== Het café hier op Voorstraat 287 stond bekend onder de naam Café "Burgergezelschap". A. Brenkman was ook eigenaar van Café "De Poort Van Cleef", Voorstraat 205. Brenkman kocht het Café- Restaurant, toen nog als vanouds bekend staand onder de naam "Die Porte Von Cleve" voor f 10.000,- in april 1917.
Op de deur van het café staan de namen van Arie Brenkman en Willemina Recourt. Op 23-10-1902 zijn ze getrouwd. Willemina was eerder op 1-8-1889 getrouwd met Jan Frans van Leen die we kennen van Hotel-Restaurant Metropole, Vriesestraat 10-12 en 13, of was het zijn gelijknamige zoon? We zitten nu op 1902-1916 :) Zie 552_801180.
=================================================================== Anton K. Mulders was voorheen in dienst als chef aan de inrichting voor hoefbeslag van de paardenarts E. A. Kok te Rotterdam. Hij begon met een huis- en hoefsmederij op 1-1-1886 in de Botgensstraat (Botjesstraat) 5, waar hij de smederij van L. Smeulers overnam die hem hoogst waarschijnlijk eerder van Jacobus Lips Bzn. had overgenomen. Hetzelfde jaar heette hij ook een kachelsmid te zijn welke expertise hij op het oog in 1887 weer verruild had voor rijtuigsmid. Vooralsnog blijken de hoefijzers toch zijn ding te zijn want in 1888 wint hij daarmee nog een 2e prijs in Den Haag. Je moest kennelijk niet met onzin verhalen over hoefijzers aankomen, want dan liet hij van zich horen! (1889): =================================================================== "INGEZONDEN. =================================================================== Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. =================================================================== Mijnheer de Redacteur ! Mag ik zoo vrij zijn u eene kleine plaatsruimte in uw blad te verzoeken en zulks naar aanleiding van het door u, uit het Militairblad overgenomen bericht, omtrent het hoefbeslag zonder nagels.Daarin komt voor, dat dit beslag als een nieuwigheid wordt aangewend in het Engelsche leger. Nu moet iedereen, die op de hoogte van zijn vak is en tracht te blijven, toch wel geen groot denkbeeld krijgen van zulke proefnemingen, wanneer men weet dat deze methode reeds zeer lang bekend is. De uitvinder er van is reeds in het jaar 1876 te Philadelphia, in 1882 te Triëst, in 1883 te Praag, in 1884 te Weenen enz. bekroond, zoodat dit wel het bewijs is, dat genoemde methode niet meer onder de nieuwe uitvindingen is te rangschikken. Er wordt ook geschreven dat het aanleggen van het ijzer geschiedt door middel van een stalen band over de kroon; zulks is niet het geval, bedoelde band blijft ongeveer een vierde deel van de hoogte van den voet, van de kroon verwijderd, want een paard kan op de kroon geen drukking van een aangetrokken stalen band verdragen, hoogstens van een lederen verbandriem. Verder betwijfel ik het sterk, of ieder soldaat in staat is om in 3 of 4 minuten zulk een ijzer aan te leggen, daar er een bepaalde werkmansvaardigheid voor noodig is, om de spanbeugels, die terzijde van het ijzer zijn aangebragt, met den uit den toon komende haak, te zamen door middel van een wig op te sluiten. Ook kan ik u mededeelen dat de teekeningen omtrent deze methode sedert jaren in mijn bezit zijn en ik gaarne bereid ben, den belangstellende omtrent deze beslagmethode de noodige inlichtingen te verstrekken. U dankzeggende voor uwe bereidwilligheid noem ik mij Uw Dienstw. Dienaar ANTON K. MULDERS Az." =================================================================== In augustus 1896 neemt ANTON K. MULDERS de hoefsmederij van J. Lips Bz. in de Cornelis de Wittstraat 37 over. Voor al het overige smidswerk blijft Jacobus Lips zich beleefd aanbevelen. =================================================================== In 1897 blijkt dat hij als rijtuigmaker nog aardig aan de weg timmert en exposeert in Rotterdam zijn 'Jachtdogcar' of 'dogcart', met ruimte voor honden, provisie, geschoten wild en gereedschappen. Hij won er verschillende keren zilver mee. =================================================================== In april 1900 is de smid privé verhuisd van het Steegoversloot 56 naar het Lange Kromhout 156. In 1902 alweer naar Kromhout 85rd. en in 1903 naar Bagijnhof 58, in 1905 naar de Corn.de Wittstr. 30, in 1913 naar de Corn.de Wittstr. 35. Waarschijnlijk heb ik de helft nog over het hoofd gezien. =================================================================== In 1918 werd het woonhuis en de smederij op de hoek van de Cornelis de Wittstraat en de Johan de Wittstraat verkocht en in 1919, rond februari-maart, gesloopt. Vervolgens zou architect H.A. Reus op deze plek een herenhuis bouwen. Hij verkoopt zijn oude machines en richt een moderne smederij in op Kromhout 129 (Kad.Sectie C nr. 3429) tegenover de ambachtschool en is daar vanaf januari 1919 weer actief. =================================================================== In augustus 1936 wordt Kromhout 129 bestaande uit 2 werkplaatsen en bovenliggende woning verkocht aan aannemer J. Nodelijk. Ook de inventaris van de smederij wordt verkocht. =================================================================== In de krant van 12-1-1937 onder het kopje van opgeheven zaken zien we nog één keer de smederij van Anton K. Mulders voorbij komen. Hij heeft het lang volgehouden, langer dan het door hem vervaardigde sierhek voor het pand van Societeit Amicitia aan de Wijnstraat. Zie 552_407849